Hoe begin je iets nieuws?

Iedereen is van alles van plan, en toch doen we vaak niets. Waarom is dat?

Ideeën zijn simpel. Beginnen een stuk lastiger.

Alle onzekerheden, alle vragen, en alles waar nog niet over is nagedacht. 74% van de millenials gelooft het verschil te kunnen maken in de wereld. Schrijft Leo Babauta op zijn blog. Babauta sprak daarna met een twintiger die zei:

"Het voelt alsof iedereen van mijn generatie de wereld wil veranderen, maar als je ze vraagt 'hoe', weet niemand het. Ze voelen zich onrustig en willen iets belangrijks doen, maar ze kopen alleen producten die 'bewustwording creëren' en instagrammen met hashtags om hun steun te betuigen voor een bepaald doel. Het is prachtig om waterputten te willen slaan in Afrika of het politieke landschap te willen veranderen. Alleen associeren we goed, te vaak met groot. En omdat we niet weten hoe we een groot project starten, doen we niets..."

In mijn ervaring geldt dit ook voor andere generaties. Wekelijks spreek ik mensen van allerlei leeftijden die vast zitten met hun plannen en ideeën. Ze willen iets veranderen in hun werk, binnen hun organisatie of zijn toe aan iets nieuws.

Hun grote vraag: Hoe begin ik?

Zoekend naar een antwoord, ging ik voor mezelf na hoe dat bij mijn projecten en experimenten gaat, tot ik me plots herinnerde er een hoofdstuk over te hebben geschreven in mijn boek..

Het antwoord is bijna te suf en simpel om serieus te nemen, alleen doet het elke keer wat nodig is in de beginfase: Zorgen dat je in beweging komt.

(Het volgende deel komt uit mijn boek '21 dagen niet klagen')

Wat als het makkelijk is?

‘Ik zorg voor eten, je kunt bij mij slapen, en ik heb genoeg werk waar ik zelf geen zin in heb…’

— Dennis, die toen ook nog niet wist wat hem te wachten stond.

Buiten is het donker. De flitsen van de lichtshow die iedere avond het Marina Bay Sands Hotel verlicht, dansen rond en steken af tegen de wolken in de lucht. Verward aanschouw ik het spektakel vanuit de auto. De afgelopen week heb ik zo goed als afgesloten van de buitenwereld en het internet doorgebracht in de jungle van het Indonesische eiland Sumatra. Nu rijd ik dwars door het futuristische Singapore. Het contrast kan bijna niet groter.

Achter het stuur zit Dennis. We hebben vroeger samen gevoetbald. Hij woont sinds twee jaar in het zuiden van Maleisië en werkt op de marketingafdeling van Tampines Rovers. Een professionele voetbalclub op het hoogste niveau van Singapore. Eigenlijk is Dennis de marketingafdeling. En nadat hij via-via van mijn idee hoorde, appte hij: als je ooit in de buurt bent, ben je altijd welkom! Later grapte hij: ‘Ik zorg voor eten, je kunt bij mij slapen, en ik heb genoeg werk waar ik zelf geen zin in heb…’

Misschien is beginnen bij een bekende niet de spectaculaire start waar je stiekem op hoopt. Vaak, als we iets nieuws willen beginnen, denken we groots en meeslepend. Precies zoals de managementboeken ons opdragen. We vertellen aan iedereen die het (niet) wil horen wat we allemaal van plan zijn en hoe de wereld, nadat wij onze impact hebben gemaakt, nooit meer hetzelfde zal zijn. Hoe ambitieus, begrijpelijk en verleidelijk ook, het verhindert exact dat wat we willen: beginnen.

Toen ik wilde beginnen aan mijn wereldreis waren alle uitnodigingen van over de hele wereld natuurlijk heel tof en goed voor mijn ego. Het leidde alleen tot een onverwacht probleem: complete keuzestress. Want als je overal heen kunt, waar ga je dan naartoe? Het was zo overweldigend dat ik vastgenageld aan de grond stond, en niets deed. Groter denken was hier niet de oplossing. Niet nog meer uitnodigingen en schouderklopjes voor het idee, ik wilde kiezen en beginnen.

Het is een modern dilemma. Op deze momenten, als meer nadenken en piekeren alles nog ingewikkelder en complexer maakt, is relativeren van onschatbare waarde. In dit soort situaties vraag ik daarom aan mezelf (en anderen die vast zitten): ‘Wat als het makkelijk is?’

Het is een simpele vraag, met vaak een verrassend eenvoudig antwoord. Bij het e-maildieet gold: dan vertel ik het in eerste instantie aan niemand. In het geval van De Wereld Rond in 80 Experimenten, betekende het een enkeltje van 214 euro naar Hanoi, Vietnam. En met de 21 dagen niet klagen challenge deed ik gewoon een bandje om.

Alleen het beantwoorden van de vraag is niet het moeilijkste, dat blijft het daadwerkelijk zetten van de eerste stap. Want je moet het nog steeds doen. In beweging komen. Op zoek naar antwoorden. Nieuwe vragen ontdekken, waarvan je eerst niet wist dat ze bestonden. Het vertrouwen hebben, dat als je dat lang genoeg doet, het vanzelf groots en meeslepend wordt. En ook al vinden sommige mensen ‘wat als het makkelijk is?’ niet ambitieus genoeg. Ik probeer mezelf er altijd aan te herinneren, dat ik na drie maanden sowieso verder ben dan iedereen die nog niet is begonnen.

Op 3 december 2015 stapte ik gewapend met een grote glimlach in het vliegtuig richting Azië. Samen met Ruben, een vriend van me. Na twee weken kreeg ik het berichtje van Dennis. Eind januari kwam hem het beste uit. Ik besloot Tampines Rovers als eerste experiment te bestempelen. Zo werd drie weken backpacken uiteindelijk een reis van twee maanden door Vietnam, Cambodja en Indonesië. Een periode vol waardevolle lessen die later in de verschillende experimenten terug zouden komen.

En naast Dennis in de auto, met de flitsende lichten van Singapore in de achteruitkijkspiegel, voel ik een raar soort rust over me heen komen. Het avontuur gaat nu echt beginnen..

Mocht je nieuwsgierig zijn hoe dit verder ging, is het boek hier te bestellen. Sneak preview: het werd bijna letterlijk een sprookje. Iets wat nooit vooraf te verzinnen was geweest. Iets wat nooit was gebeurd als ik niet gewoon was begonnen.


Ps; ik schrijf deze blog vooral als herinnering aan mezelf. Ik zit op dit moment zelf midden in de beginfase van iets wat in potentie het grootste project is wat ik ooit ben begonnen. Of dat ook zo gaat uitpakken, is paradoxaal afhankelijk van hoe klein en 'makkelijk' ik het voor nu kan houden.